Razi ziet een bootje dobberen en ontdekt daarin een mysterieuze jongen, Zheng (12). Het blijkt dat twee rovende schepelingen, Marco en Kok, het op hem hebben gemunt. Beter gezegd op de Dolk van Serendib, een waardevol voorwerp dat door de kapitein is verstopt en waarvan alleen Zheng weet waar het zich bevindt. Razi en zijn zusje Shifa gaan na enige aarzeling overstag en varen met Zheng naar de Olifantsrots. Dat is een riskante vaartocht, door de Zee van Monsters, maar het grootste gevaar komt van de nergens voor terugdeinzende boeven. Het drietal komt in gevaarlijk vaarwater terecht. Dit verhaal speelt zich, net als het debuut van de schrijfster ‘Het meisje dat op een olifant ontsnapte’*, af in haar geboorteland Sri Lanka. Makkelijk leesbaar avonturenverhaal met goed gedoseerde spanning en wensvervullende ontknoping. Hoog verteltempo, waarbij ook emotionele momenten beschreven zijn: de dood van vader waardoor Razi eigenlijk niet meer het water op durft. Elk van de 36 hoofdstukken begint met een in zwart-wit versierde pagina. Prima leesontspanning voor kinderen vanaf ca. 10 jaar.